Vrouwen hebben meer vet dan mannen, dat is nodig voor de vrouwelijke taken als zwangerschap en borstvoeding. 
Voor vrouwen is het normaal om tussen de 23% en 33% vet te hebben. 
Tussen de 33% en 40% is te hoog en boven de 40% is zeer hoog.

In de overgang krijgen vrouwen meer buikvet. 
Dit proces is niet tegen te gaan, maar je kunt er wel voor zorgen dat het niet uit de hand loopt. Teveel buikvet is een bedreiging voor je gezondheid. Buikvet zorgt voor meer ontstekingseiwitten en aanmaak van hormonen die je stofwisseling in de war brengen. 
Dit verhoogt het risico op hoge bloeddruk en zorgt voor verminderde insulinegevoeligheid. Dat geeft op haar beurt weer verhoogde kans op diabetes en hart- en vaatziekten. Zo kom je in een negatieve spiraal voor je gezondheid terecht. Het wordt ook in verband gebracht met vatbaarheid voor het coronavirus. 

Een te grote buikomvang is een aanwijzing dat er behalve op je buik ook rond je interne organen te veel vet kan zijn opgeslagen. De organen in de buikholte (zoals je lever, milt en nieren) kunnen hun werk zo minder goed doen en dat heeft een negatieve invloed op je gezondheid.

Hoe weet je of je teveel buikvet hebt? 
Je middelomtrek is een belangrijk getal om de hoeveelheid buikvet te meten.
Voor een vrouw is een middelomtrek onder de 80 centimeter wenselijk.
Tussen de 80 en 88 centimeter is de gevarenzone en boven de 88 centimeter is het echt te hoog.

Bij afvallen is het belangrijker om je middelomtrek in de gezonde getallen te krijgen dan je BMI, met andere woorden: het meetlint is belangrijker dan de weegschaal!
Het kan daarnaast zo zijn dat je BMI in orde is, maar je middelomtrek te hoog.

Wat is jouw middelomtrek?
Je meet het als volgt: voel in je zij de bovenkant van je heupbeen en je onderste rib. Leg op die hoogte de centimeter rond je middel, bij de meeste vrouwen is dat rond de navel maar dat hoeft niet. Sluit aan, je mag het meetlint niet strak trekken.

Lees hier verder waarom afvallen zo lastig is in de overgang!