Eten zoals je oma vroeger deed?

Je hoort het vaak als advies: eet geen producten die je grootmoeder niet kende.
Maar is dat wel een goed advies?
Wat wordt er nu precies mee bedoeld?
Ik ben ernaar op zoek gegaan en ging terug in de tijd.

Mijn grootouders zijn ruim 100 jaar geleden geboren en leven allemaal niet meer.
Hoe het leven er toen uitzag, was wel even wat anders dan nu.
Je at wat beschikbaar was, wat van je land kwam of naar de mate van je inkomen.
Maar ik denk dat je het eetpatroon zo kunt samenvatten: karig.

Karig wat de hoeveelheden betreft, maar ook als je het hebt over veelzijdigheid. 
Er is nu overvloed en er is zoveel te kiezen.
Had je vroeger alleen de Hollandse pot, nu eten we dagelijks uit de buitenlandse keuken. 

Onze wereld is groter geworden en dat is zeker niet altijd negatief te noemen.
We eten veel tropische soorten groente en fruit, granen van ver, noten, kruiden en vis uit de wereldzeeën.
Veelzijdigheid komt onze gezondheid en onze voeding ten goede, al kon mijn oma zonder dat ook oud worden.

Vroeger toen alles beter was, aten mensen stukken minder vlees. 
Veel vlees eten is een typisch teken van welvaart.
Lekkers was alleen voor de zondag, zoals vla in plaats van pap en iets lekkers bij de koffie. 
Brood was basisvoedsel.
Het gangbare brood voor de gewone man was vroeger roggebrood.
Lekker was minder belangrijk dan de noodzaak om te eten en de hongerige magen van het grote gezin te vullen.
Alleen de rijken konden wit- of tarwebrood betalen. 
Verder werden er stapels koolhydraten op een dag naar binnen gewerkt in de vorm van brood, aardappels en bonen.
Dat zorgde niet voor dikke mensen, dat gebeurde alleen de rijken, die geld hadden om teveel te eten en te weinig te bewegen. 

Vroeger was wat men at ook niet alleen maar gezond en werden de groenten van het land (en ook vlees) in zoutpotten gedaan om het te kunnen bewaren.
Sinds we dat niet mee doen, is het aantal gevallen van patiënten met maagkanker zwaar gedaald. 
En twee stuks fruit per dag?
Dat werd vroeger niet gehaald.
Fruit was er alleen in oogsttijd, het grootste deel werd geweckt of er werd jam van gemaakt om later ook nog wat te hebben.

Wat er vroeger niet was en nu de pan uitrijst, is het voedsel dat in de fabriek wordt gemaakt.
De smaakjes, de frisdranken, koek en snacks, het grootste deel van de supermarkt bestaat tegenwoordig uit dit soort producten.
Samen met toenemende welvaart zorgt het ervoor dat we het dagelijks kopen en teveel eten.
Met alle gevolgen van dien voor onze gezondheid.

Dat is nu juist het grootste probleem van nu, dat mijn oma niet had: de welvaart!
In onze rijkdom is het luxe van toen, het gewone van nu geworden.

Conclusies:

  • Er zijn veel gezonde dingen die mijn oma niet kende.
  • Het gaat niet om de producten die er nu zijn en vroeger niet waren, het gaat veel meer om hoeveelheden.
  • Er werd vroeger lichamelijk veel harder gewerkt en dat was de reden dat overgewicht veel minder voorkwam.

Je gezondheid werd in de tijd van onze grootouders bedreigd door tekorten. 
Nu is dat andersom: onze gezondheid komt in gevaar door de overvloed!


Eten zoals je oma vroeger deed?
« Terug naar het overzicht