5 misverstanden over de overgang
In mijn praktijk krijg ik natuurlijk allerlei vragen over de overgang en er springen een paar dingen uit in de categorie misverstanden die regelmatig terugkomen. Ik zet ze voor jou op een rijtje:
1. Ik heb een test gedaan, maar die was negatief.
Het is lastig te meten wanneer de overgang is begonnen. In de beginfase worden je menstruaties onregelmatig en dat is nu precies het probleem. Dat komt door de schommelingen in je hormonen en die zorgen ervoor dat je lastig kunt meten of er bepaalde hormoonspiegels verhoogd zijn. Meten is altijd een momentopname en meet je dus op een goed moment, dan kan het lijken of er nog niets aan de hand is. Onthoud dus dat het onregelmatig worden of veranderen van je menstruaties het meest betrouwbare meetinstrument is.
2. Ik ben nog ongesteld…
Ook in de overgang menstrueer je nog. Pas na de menopauze stoppen je menstruaties. Tot aan de menopauze – het moment van je laatste menstruatie – ben je al jaren bezig met de overgang.
3. Ik heb helemaal geen opvliegers!
De overgang gaat bij de meeste vrouwen gepaard met opvliegers, die al in de beginfase optreden. Het feit dat je geen opvliegers hebt, hoeft niet te betekenen dat je niet in de overgang bent. Pilgebruiksters krijgen kunstmatig hormonen binnen en dat onderdrukt de klachten. In de stopweek kun je dan wel opvliegers hebben of andere klachten.
4. De pil slikken helpt mij door de overgang heen.
De pil helpt je niet door de overgang heen, maar zorgt juist voor meer verwarring in je lichaam. Als je stopt met de pil, ook al is dat na de menopauze, zal je lichaam moeten wennen aan het veel lagere oestrogeenniveau en dat gaat gepaard met klachten. De klap komt dus vroeg of laat.
5. Ik heb geen klachten, dus ik ben nog niet in de overgang.
De overgang zorgt bij de meeste vrouwen voor klachten, er is een kleine gelukkige groep vrouwen die geen klachten ervaart. Als je geen klachten hebt, gebruik je misschien een hormoonpreparaat in welke vorm dan ook, die de klachten onderdrukt. Verder zijn er ook klachten die je misschien niet verbindt met de overgang zoals gewrichtsklachten, blaasontstekingen, haaruitval, geheugenverlies en depressieve gevoelens. Sommige klachten ontstaan later zoals osteoporose.
Voor elke vrouw – met of zonder klachten – geldt dat haar lichaam verandert in de overgang en dat alle risico’s op ziektes toenemen. Dan moet je denken aan hart- en vaatziekten, osteoporose (botontkalking) en sommige kankersoorten zoals borstkanker, baarmoederkanker en eierstokkanker. Met gezonde voeding en een gezond gewicht kun je deze risico’s beperken.
« Terug naar het overzicht